Tranenstilte
Twee jaar lang had ik weinig mensen gesproken, ik woonde in een vervallen werkplaats, als ik kookte was het op een vuurtje buiten, maar meestal kookte ik niet en dan ging ik de stad in om wat bier te drinken en tussen mensen te zitten, s’avonds keerde ik dan eenzaam naar mijn holletje terug. Op een van die avonden regende het, ik liep doorweekt terug en liet mijzelf nog eens extra natregenen door onder een lekke regenpijp te gaan staan, daarna opende ik de deur van mijn verlaten werkplaats. Ik sloot hem niet meer maar begon te huilen, heel lang heb ik gehuild. Het was dik 20 jaar geleden dat ik voor het laatst had gehuild.